We waren toch vriendinnen?

We waren toch vriendinnen? „Meidenvenijn is voor meisjes het middel om de rangorde te bepalen”, zegt gedragsdeskundige Evelien van der Meer in de podcast Sprekend RD. „Meisjes maken opmerkingen als: „Speel je met haar, dan mag je niet op mijn feestje komen”, vult Marieke van Twillert, beleidsmedewerker van Educatis aan. „De ene keer hoor je erbij, de andere keer weer niet.” Vertwijfeld stellen meisjes elkaar de vraag: We waren toch vriendinnen? „Vanaf groep 5 en 6 speelt meidenvenijn meer op, als meisjes zich meer bewust worden van wie ze zijn en zich tot de ander verhouden. Tot in het bejaardentehuis kan meidenvenijn zich afspelen. De grote vraag die meisjes hebben, is: word ik aardig gevonden?” legt Evelien uit. Marieke: „Jongens vechten meer fysiek, bij meisjes gaat het er geniepiger aan toe.” Volgens Evelien is het belangrijk dat meisjes in de klas zich bewust worden van hun gedrag. „Door rollenspellen in de klas worden kinderen zich meer bewust van wat hun gedrag bij een ander doet. Pak meidenvenijn zo snel mogelijk aan als je dit signaleert. Speelt het eenmaal en krijgt de leerkracht het niet onder controle, dan is het moeilijk te doorbreken.” Marieke geeft aan dat dit ook om kwetsbaarheid van de leerkracht vraagt. „Als die het niet goed weet aan te pakken, moet hij of zij het tijdig aangeven.”